JOL 2004, 34
Overschrijding door de OvJ van de termijn voor het indienen van een cassatieschriftuur in een uitleveringszaak (een maand na het instellen van het beroep) is verontschuldigbaar, nu binnen die termijn in een aanzegging van de PG bij de HR aan de OvJ ten onrechte is meegedeeld dat de termijn waarbinnen een schriftuur moet worden ingediend aanvangt op de dag na verzending van die brief.
HR 13-01-2004, ECLI:NL:HR:2004:AI0049
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 januari 2004
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
00927/03U
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AI0049
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AI0049, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AI0049, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑01‑2004
Essentie
Overschrijding door de OvJ van de termijn voor het indienen van een cassatieschriftuur in een uitleveringszaak (een maand na het instellen van het beroep) is verontschuldigbaar, nu binnen die termijn in een aanzegging van de PG bij de HR aan de OvJ ten onrechte is meegedeeld dat de termijn waarbinnen een schriftuur moet worden ingediend aanvangt op de dag na verzending van die brief.
Uitspraak
Arrest inzake het verzoek van het Koninkrijk België tot uitlevering van:
[de opgeëiste persoon], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1947, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De procesgang
1.1
De Hoge Raad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.