NJ 2004, 200
In casu geen nadere motivering noodzakelijk bij betwisting deskundigheid van de getuige-deskundige.
HR 06-01-2004, ECLI:NL:HR:2004:AN8569
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 januari 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
01219/03
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AN8569
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AN8569, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AN8569, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑01‑2004
- Wetingang
Essentie
De raadsvrouwe heeft de deskundigheid van de getuige-deskundige om uitspraken te doen over de oorzaak van het overlijden van het slachtoffer betwist. Het arrest van het Hof houdt in dat de arts en patholoog de uit- en inwendige schouwing heeft verricht van het stoffelijk overschot van het slachtoffer. Tevens houdt het arrest in dat deze patholoog in het verleden ruim 2500 secties heeft verricht, waarbij hij meer dan tien keer bij soortgelijk pathologisch onderzoek betrokken is geweest als hier aan de orde was, ook bij mensen van de leeftijd van het slachtoffer. 's Hofs in de bestreden uitspraak besloten liggende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.