JOL 2003, 627
Verdachte in de zin van 552l lid 1, sub c Sv. Weigeringgrond art. 552 lid 3 sub c is niet van toepassing als medeverdachte van verdachte op wie het rechtshulpverzoek betrekking heeft in Nederland wordt vervolgd.
HR 25-11-2003, ECLI:NL:HR:2003:AM2480
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 november 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
01163/03B
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AM2480
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AM2480, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AM2480, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑11‑2003
Essentie
Verdachte in de zin van 552l lid 1, sub c Sv. Weigeringgrond art. 552 lid 3 sub c is niet van toepassing als medeverdachte van verdachte op wie het rechtshulpverzoek betrekking heeft in Nederland wordt vervolgd.
Voorgaande uitspraak
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Amsterdam van 29 april 2003, nummer RK: 03/1439, naar aanleiding van een vordering van de Officier van Justitie in het arrondissement Amsterdam, tot het verlenen van verlof als bedoeld in artikel 552p, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[klager 1], geboren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.