NJ 2004, 86
Uitlevering. Geen kwalificatie, alleen de toepasselijke Nederlandse wetsbepalingen ten tijde van de uitspraak.
HR 14-10-2003, ECLI:NL:HR:2003:AL3327
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 oktober 2003
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
01697/03U
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AL3327
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AL3327, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AL3327, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑10‑2003
- Wetingang
UW 1967 art. 28 lid 3
Essentie
Uitlevering. Ingevolge art. 28 lid 3 Uitleveringswet hoeft de uitspraak, bij toelaatbaarverklaring van de uitlevering, niet de kwalificatie naar Nederlands recht te bevatten, maar slechts de toepasselijke Nederlandse wetsbepalingen naar de stand van het recht ten tijde van de beslissing op het uitleveringsverzoek.
Uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank te 's‑Gravenhage van 10 juni 2003, nummer RK 03/764, op een verzoek van de Republiek Frankrijk tot uitlevering van N.W.A.