NJ 2005, 69
Het in hulpeloze toestand laten als bedoeld in art. 255 Sr de dood ten gevolge hebbend. Causaal verband.
HR 30-09-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF9666, m.nt. G. Knigge (Shaken baby)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 september 2003
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
02260/02
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
G. Knigge
- LJN
AF9666
- Roepnaam
Shaken baby
- JCDI
JCDI:ADS159989:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF9666, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF9666, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑09‑2003
- Wetingang
Sr art. 255; Sr art. 257 lid 2
Essentie
Op de verdachte, die op de hoogte moet zijn geweest van de noodzaak van medisch ingrijpen ten aanzien van zijn zoontje, rustte de plicht te doen wat in zijn vermogen lag om ervoor te zorgen dat zijn zoontje tijdig de noodzakelijke medische hulp zou worden verschaft. Het Hof heeft kennelijk geoordeeld dat de verdachte het gevaar dat zijn zoontje zou komen te overlijden — welk gevaar zich heeft verwezenlijkt — in zodanige mate heeft verhoogd dat dat overlijden redelijkerwijs aan de verdachte kan worden toegerekend als gevolg van diens nalaten tijdig adequate medische hulp in te roepen. Dat oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.