JOL 2003, 457
In bewijsoverweging wordt verwezen naar redengevende omstandigheid die niet uit bewijsmiddelen blijkt, terwijl het wettig bewijsmiddel waaraan de omstandigheid is ontleend ook niet in die overweging wordt aangeduid. Onjuiste motivering bewezenverklaring. Strafprocesrecht.
HR 23-09-2003, ECLI:NL:HR:2003:AG3572
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 september 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, F.H. Koster, G.J.M. Corstens
- Zaaknummer
02842/02
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AG3572
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AG3572, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑09‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AG3572, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑09‑2003
Essentie
In bewijsoverweging wordt verwezen naar redengevende omstandigheid die niet uit bewijsmiddelen blijkt, terwijl het wettig bewijsmiddel waaraan de omstandigheid is ontleend ook niet in die overweging wordt aangeduid. Onjuiste motivering bewezenverklaring. Strafprocesrecht.
Uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 25 april 2002, nummer 21/002383–01, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [woonplaats] (Oostenrijk) op [geboortedatum], ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring ‘Arnhem-Zuid’ te Arnhem.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.