NJ 2004, 25
Onduidelijkheid voor welke rechter gedagvaard en ontvankelijkheid appèl.
HR 23-09-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF9425
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 september 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
01483/02
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AF9425
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF9425, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑09‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF9425, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑09‑2003
- Wetingang
Essentie
Op de aan de meerderjarige (48 jaar) verdachte in persoon betekende dagvaarding te verschijnen voor kinderrechter is de term ‘minderjarige’ doorgehaald. De dagvaarding is voldoende duidelijk, zodat overschrijding van de appèltermijn tot niet-ontvankelijkheid in het beroep leidt.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 20 maart 2002, nummer 23/001326–01, in de strafzaak tegen A.N.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de inleidende dagvaarding nietig verklaard.
Cassatiemiddel:
Zie rubr. 3.1; red.
Hoge Raad:
3. Beoordeling van het middel
3.1
Het middel komt met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.