NJ 2003, 637
Plegen van ontuchtige handelingen.
HR 09-09-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF6587
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 september 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
02039/02
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AF6587
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF6587, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF6587, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑09‑2003
- Wetingang
Sr art. 247
Essentie
Door na te laten in te grijpen toen een zeer jeugdig meisje de penis van verdachte betastte, hoewel uit een oogpunt van de bescherming van haar seksuele integriteit zulk ingrijpen was geboden, heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen als bedoeld in art. 247 Sr.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 24 juni 2002, nummer 22/000813–02, in de strafzaak tegen J. V.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte ter zake van 'met iemand beneden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.