NJ 2003, 649
Omvang appel; 359a Sv verweer.
HR 08-07-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF8536
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 juli 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema
- Zaaknummer
01280/02
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AF8536
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF8536, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF8536, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑07‑2003
- Wetingang
Essentie
1. Nu uit de akte rechtsmiddel niet blijkt dat de OvJ het appel heeft willen beperken tot de feiten waarop in de appelmemorie wordt ingegaan, heeft het hof terecht over de zaak in volle omvang beslist.
2. Met de overweging dat geen sprake was van opzettelijke, dan wel grove veronachtzaming van de belangen van verdachte, heeft het hof niet gereageerd op het verweer dat de gestelde schending subsidiair zou moeten leiden tot strafvermindering.1
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 11 juli 2001, nummer 21/001325–99, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.