NJ 2003, 635
Uitlevering niet in strijd met EVRM.
HR 17-06-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF9536
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 juni 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
00431/03U
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AF9536
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF9536, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF9536, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑06‑2003
- Wetingang
Essentie
Vervolgingsuitlevering naar België. De opgeëiste persoon is door de Surinaamse autoriteiten uitgezet naar Nederland en vervolgens bij aankomst op Schiphol als verdachte in een Nederlandse strafzaak aangehouden. Ook als de Surinaamse autoriteiten bij de uitzetting de op grond van art. 5 en 6 EVRM aan de opgeëiste persoon toekomende rechten zouden hebben geschonden, kan dat in deze omstandigheden niet leiden tot het oordeel dat Nederland als aangezochte Staat handelt in strijd met zijn verdragsverplichtingen als bedoeld in art. 1 EVRM als de uitlevering aan België wordt toegestaan.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.