JOL 2003, 310
Bewijs voorwetenschap. Geen omkering bij bewijslast door constatering dat verdachte geen bevredigende verklaring kan geven voor belastende omstandigheden. Uitleg bewerkstelligen en verrichten in art. 31a Wet toezicht effectenverkeer.
HR 03-06-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF5087
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juni 2003
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, G.J.M. Corstens, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.P. Balkema, A.J.A van Dorst
- Zaaknummer
01104/02E
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AF5087
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF5087, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF5087, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑06‑2003
Essentie
Bewijs voorwetenschap. Geen omkering bij bewijslast door constatering dat verdachte geen bevredigende verklaring kan geven voor belastende omstandigheden. Uitleg bewerkstelligen en verrichten in art. 31a Wet toezicht effectenverkeer.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 25 september 2001, nummer 23/001645–00, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1954, wonende te [woonplaats] (Spanje).
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
1.1
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam van 16 december 1999 — de verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.