NJ 2003, 363
Ontvankelijkheid beklag na teruggave videobanden.
HR 15-04-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3818
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 april 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, A.J.A van Dorst, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
01165/02B
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AF3818
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF3818, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF3818, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑04‑2003
- Wetingang
Sv art. 552a
Essentie
Noch art. 552a, noch enige andere bepaling in het Wetboek van Strafvordering voorziet in de mogelijkheid na teruggave van het inbeslaggenomene in rechte te doen vaststellen dat de inbeslagneming dan wel het gebruik van het inbeslaggenomene onrechtmatig was. Nu de videobanden zijn teruggegeven is klaagster niet-ontvankelijk in haar beroep.
Uitspraak
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Almelo van 23 april 2002, nummer 08/000081–02, op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door S. RTV O., adv. mr. D.V.A. Brouwer, te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.