JOL 2003, 227
Onzuivere vrijspraak. Het begrip ‘uitgeven’ in de zin van art. 209 en 213 Sr. Medeplegen en medeplichtigheid aan het bij art. 213 Sr strafbaar gestelde feit.
HR 08-04-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF1276
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 april 2003
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, A.M.J. van Buchem-Spapens, B.C. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
02658/01
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AF1276
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF1276, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF1276, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑04‑2003
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 5 april 2001, nummer 20/001796–00, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980, zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep bevestigd een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 4 april 2000, voorzover aan 's ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.