JOL 2003, 211
Ontbreken van opzet bij het storten van baggerspecie zonder vergunning. Het verplaatsen van baggerspecie valt onder art. 4 eerste lid aanhef en onder c van het Uitvoeringsbesluit art. 1, derde lid, Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Economisch strafrecht en Materieel strafrecht
HR 01-04-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3121
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 april 2003
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, E.J. Numann
- Zaaknummer
01768/01 E
- Conclusie
plv. A-G Vellinga
- LJN
AF3121
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF3121, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF3121, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑04‑2003
Essentie
Ontbreken van opzet bij het storten van baggerspecie zonder vergunning. Het verplaatsen van baggerspecie valt onder art. 4 eerste lid aanhef en onder c van het Uitvoeringsbesluit art. 1, derde lid, Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Economisch strafrecht en Materieel strafrecht
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, Economische Kamer, nummer 20/001671–00 van 30 maart 2001 in de strafzaak tegen:
[verdachte], te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Economische Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.