NJ 2003, 216
Onder zich hebben beschermde vogels.
HR 21-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AE8928
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 januari 2003
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
02216/01E
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AE8928
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AE8928, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AE8928, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑01‑2003
- Wetingang
Essentie
1. Ten aanzien van het onder zich hebben van een kerkuil en een oehoe is art. 13 lid 1 Flora- en faunawet geen gunstiger bepaling in de zin van art. 1 lid 2 Sr ten opzichte van art. 7 Vogelwet 1936 (oud).
2. Eventueel niet overeenkomstig art. 20 Verordening (EG) nr. 338/97 aanmelden van art. 7 (oud) Vogelwet bij Commissie Europese Unie heeft geen gevolgen voor toepasselijkheid van art. 7.
3. Het hof kon oordelen dat de Nederlandse regelgeving die strenger is dan de EG-regelgeving en die de handel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.