JOL 2003, 44
Executie-uitlevering en een beroep op schending van art. 6 EVRM in de strafzaak die tot de veroordeling heeft geleid. Internationaal strafrecht
HR 21-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF1913
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 januari 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
02125/02U
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AF1913
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF1913, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF1913, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑01‑2003
Essentie
Executie-uitlevering en een beroep op schending van art. 6 EVRM in de strafzaak die tot de veroordeling heeft geleid. Internationaal strafrecht
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank te Middelburg van 23 juli 2002, nummer U 002–02, op een verzoek van het Koninkrijk België tot uitlevering van: [de opgeëiste persoon], geboren te [geboorteplaats] (België) op [geboortedatum] 1959, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
De Rechtbank heeft toelaatbaar verklaard de uitlevering van de opgeëiste persoon aan het Koninkrijk België ter tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf hem opgelegd ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.