NJ 2003, 185
WOTS; genoegzaamheid van de stukken.
HR 21-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF1576
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 januari 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, L.J.J. Okker-Braber
- Zaaknummer
01351/02W
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AF1576
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF1576, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF1576, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑01‑2003
- Wetingang
Europees Verdrag overbrenging gevonniste personen art. 6 lid 2; Europees Verdrag tenuitvoerlegging buitenlandse strafvonnissen art. 30 lid 1
Essentie
WOTS-zaak en genoegzaamheid van de overgelegde stukken. Het door de Canadese autoriteiten als ‘judgement’ aangeduide stuk, voldoet nu daarbij een veroordeling van de betrokkene is uitgesproken door een rechter aan het voorschrift van art. 6 lid 2 van het Verdrag overbrenging gevonniste personen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht van 26 september 2001, nummer 03/98008–01, omtrent een verzoek van de Canadese autoriteiten tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing tegen R.M. A.
Rechtbank:
Uitspraak
De Rechtbank heeft ontoelaatbaar verklaard de gevorderde tenuitvoerlegging van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.