NJ 2003, 156
Spreekrecht? Verzuim moeder van de slachtoffers als getuige te beëdigen.
HR 24-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE7619
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 december 2002
- Magistraten
Bleichrodt, Koster, Van Schendel
- Zaaknummer
01773/01
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AE7619
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE7619, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE7619, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑12‑2002
- Wetingang
Essentie
Ter zitting verklaart de moeder van de slachtoffers desgevraagd dat het met haar dochters niet goed gaat. Op de volgende zitting maakt de raadsman bezwaar tegen deze niet onder ede afgelegde verklaring. De HR stelt voorop dat een dergelijke verklaring in beginsel van belang kan zijn bij beantwoording van de vragen van art. 350 Sv en dat de moeder had moeten worden beëdigd. In casu geen cassatie nu voorzitter — in reactie op het geuite bezwaar — tot uitdrukking heeft gebracht dat het Hof de verklaring niet bij enige op de voet van art. 348 en 350 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.