NJ 2003, 167
Hulp bij zelfdoding in geval van ‘levensmoeheid’.
HR 24-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE8772, m.nt. T.M. Schalken (Levensmoe)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 december 2002
- Magistraten
W.J.M. Davids, F.H. Koster, G.J.M. Corstens, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann
- Zaaknummer
00797/02
- Conclusie
A-G Keijzer
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
AE8772
- Roepnaam
Levensmoe
- JCDI
JCDI:ADS159867:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Gezondheidsrecht (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE8772, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE8772, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑12‑2002
- Wetingang
Essentie
1. De verdachte, een huisarts, is behulpzaam geweest bij zelfdoding. De vraag of een arts die hulp bij zelfdoding verleent of euthanasie toepast in geval van afwezigheid van medisch geclassificeerde somatische of psychische ziektes of aandoeningen zich onder omstandigheden met vrucht op noodtoestand kan beroepen wordt door de HR ontkennend beantwoord. De eis dat een arts moet hebben gehandeld overeenkomstig wetenschappelijk verantwoord medisch inzicht en overeenkomstig in de medische ethiek geldende normen brengt met zich mee dat de specifieke deskundigheid van een arts zich niet uitstrekt tot hulpvragen die niet een ziekte of aandoening tot oorsprong hebben. Uit de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.