NJ 2003, 184
SOV-maatregel cfm. art. 38m Sr ook mogelijk bij verdachte die niet wil breken met verslaving.
HR 17-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AF0638
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 december 2002
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
00752/02
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AF0638
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AF0638, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AF0638, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑12‑2002
- Wetingang
Sr art. 38m
Essentie
Uit de wetshistorie volgt dat de SOV-maatregel cfm. art. 38m Sr, met als doelen het terugdringen van ernstige overlast en het oplossen althans beheersbaar maken van de verslavingsproblematiek ten behoeve van de terugkeer in de maatschappij, en met het oog op beëindiging van recidive, ook kan worden opgelegd aan de verdachte die (vooralsnog) niet bereid is te breken met zijn verslaving.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 december 2001, nummer 22/001498–01, in de strafzaak tegen P.J. B., ten tijde van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.