NJ 2003, 606
Algemeen verbod art. 9.1 Verordening Identificatie en Registratie Varkens 1998 niet onverbindend.
HR 03-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4267 (geen onverbindendheid)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 december 2002
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
00941/01E
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AE4267
- Roepnaam
geen onverbindendheid
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE4267, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE4267, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑12‑2002
- Wetingang
Sv art. 358 lid 3; Verord. identificatie en registratie varkens art. 9 lid 1; Verord. identificatie en registratie varkens art. 9 lid 2; Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren art. 96
Essentie
's Hofs oordeel, dat het algemeen verbod van art. 9 lid 1 Verordening Identificatie en Registratie Varkens 1998 niet onverbindend is in het licht van art. 96 Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren, gelet op de onderlinge samenhang van de leden 1 en 2 van art. 9 van die Verordening, is juist. Ook is juist 's Hofs oordeel dat een veroordeling terzake niet vereist dat wordt tenlastegelegd en bewezenverklaard dat sprake is van afwezigheid van (een der) in lid 2 van dat artikel genoemde gevallen; verdachte zal zich bij wijze van strafuitsluitingsgrond erop moeten beroepen dat zich een geval voordoet waarin ex lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.