JOL 2002, 658
Motiveringseisen ten aanzien van oplegging gevangenisstraf bij gemotiveerd verweer dat verdachte geen gevangenisstraf kan ondergaan. Strafprocesrecht
HR 26-11-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE8903
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 november 2002
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Oorstens, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
02054/01
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AE8903
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE8903, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE8903, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑11‑2002
Essentie
Motiveringseisen ten aanzien van oplegging gevangenisstraf bij gemotiveerd verweer dat verdachte geen gevangenisstraf kan ondergaan. Strafprocesrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 3 januari 2001, nummer 20/001844–00, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Nederlands Indië) op [geboortedatum], wonende te [vestigingsplaats.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 3 april 2000 — de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding onder (parketnummer 01/045068–99) sub 1 en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.