JOL 2002, 620
Bewijs dat verplichting tot aangifte bestond. Belastingrecht. Strafprocesrecht
HR 12-11-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE3360
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 november 2002
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, A.M.J. van Buchem-Spapens, B.C. Savornin Lohman, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
01035/01
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AE3360
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE3360, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑11‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE3360, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑2002
Essentie
Bewijs dat verplichting tot aangifte bestond. Belastingrecht. Strafprocesrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 24 november 2000, nummer 21/002287–96, in de strafzaak tegen:
[verdachte], te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Arnhem van 17 oktober 1996 — de verdachte ter zake van (de Hoge Raad leest:) 'opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte niet doen, terwijl daarvan het gevolg zou kunnen zijn dat te weinig belasting zou kunnen worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.