JOL 2002, 499
Verval van recht tot strafvervolging bij rechtspersoon. Ontbinding moet voor derden kenbaar zijn. Strafprocesrecht en Economisch strafrecht
HR 24-09-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE0553
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 september 2002
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
00875/01
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AE0553
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE0553, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE0553, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑09‑2002
Essentie
Verval van recht tot strafvervolging bij rechtspersoon. Ontbinding moet voor derden kenbaar zijn. Strafprocesrecht en Economisch strafrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, Economische Kamer, nummer 21/000176–00, van 19 februari 2001 in de strafzaak tegen:
(verdachte), te (vestigingsplaats).
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft — met vernietiging van een vonnis van de economische Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Almelo van 23 december 1999 — het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in zijn strafvervolging ter zake van de ten laste gelegde feiten.