NJ 2003, 80
Formele rechtskracht gerelativeerd terzake van verwijderingsbevelen.
HR 24-09-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE2126, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 september 2002
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, G.J.M. Corstens, A.M.J. van Buchem-Spapens, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00682/01
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
Y. Buruma
- LJN
AE2126
- JCDI
JCDI:ADS159875:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE2126, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE2126, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑09‑2002
- Wetingang
Essentie
Overtreding verwijderingsbevelen.
1. Bij vervolging terzake van art. 184 Sr moet de rechter onderzoeken of het desbetreffende wettelijk voorschrift verbindend is en of het bevel rechtmatig is gegeven. Een verweer terzake is een Dakdekkerverweer dat — anders dan bij het handelen zonder vergunning of in strijd met vergunningsvoorschriften — niet kan worden verworpen op de grond dat de openstaande bestuursrechtelijke rechtsgang niet is benut. Indien de wel benutte rechtsgang heeft geleid tot onherroepelijke vernietiging van het bevel, dan moet de strafrechter daarvan uitgaan. Indien het bevel bij onherroepelijke uitspraak in stand is gelaten, dan bestaat alleen onder bijzondere ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.