NJ 2002, 583
Bevoegdheid uitleveringsrechter.
HR 24-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE3561
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 december 2002
- Magistraten
W.J.M. Davids, B.C. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
00482/02U
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AE3561
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE3561, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE3561, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑12‑2002
- Wetingang
UW art. 20
Essentie
Bevoegdheid uitleveringsrechter.
Samenvatting
Nu door de OvJ bij de rechtbank te X. uitvoering is gegeven aan het verzoek tot voorlopige aanhouding was op grond van artikel 20 lid 2 Uitleveringswet die rechtbank bevoegd in de daaropvolgende uitleveringsprocedure.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 29 januari 2002, nummer CU 2001.117.14, op een verzoek van de Verenigde Staten van Amerika tot uitlevering van J.G.V.R.
Rechtbank:
Uitspraak
De Rechtbank heeft zich niet bevoegd verklaard om van de vordering tot inbehandelingneming van het verzoek tot uitlevering kennis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.