NJ 2002, 349
Videobanden niet meer beschikbaar. Herkenning kan tot bewijs dienen.
HR 18-12-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD5376
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 2001
- Magistraten
Bleichrodt, Koster, Balkema
- Zaaknummer
03445/00
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AD5376
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AD5376, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AD5376, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2001
- Wetingang
Sv art. 350
Essentie
De enkele omstandigheid dat de van de geldopname vervaardigde videobanden — waarop het pinnen door middel van een valse sleutel (gestolen bankpasje) is te zien — niet meer beschikbaar zijn, brengt niet mee dat de verklaringen van de getuigen, dat zij verdachte herkennen als dezelfde man die zij op de videobanden hebben gezien, niet meer voor het bewijs kunnen worden gebezigd.
Uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 30 mei 2000, nummer 20/002479–99, in de strafzaak tegen A.G.C.M. R., adv. mr. F.A.J. van Rijthoven te Bladel.