NJ 2002, 61
Dakdekkerverweer; ontuchtige handelingen cfm. art. 247 Sr.
HR 11-12-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD5390
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 december 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, E.J. Numann
- Zaaknummer
00362/00
- Conclusie
wnd. A-G Keijzer
- LJN
AD5390
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AD5390, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AD5390, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑12‑2001
- Wetingang
Sr art. 247 lid 1; Sv art. 359 lid 2; Sv art. 359a; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
1. Dakdekkerverweer; het hof had moeten responderen op het verweer dat de in de telastelegging vermelde handelingen geen ontuchtige handelingen waren. Toch geen cassatie nu, gelet op de strekking van art. 247 Sr, het betasten van het blote lichaam van de slachtoffers die toen tussen de 4 en 8 jaar oud waren, het laten betasten van verdachtes penis en het kijken naar en fotograferen van de slachtoffers met een nadruk op de blote geslachtsdelen, aangemerkt kon worden als het plegen van ontuchtige handelingen.
2. Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase, nu de HR meer dan twee jaren na ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.