NJ 2002, 244
Uitlevering. Verstrekking van documenten aan verzoekende staat voordat rechter deze heeft gelast, belet de uitlevering niet.
HR 13-11-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2882
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 november 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, F.H. Koster, A.M.M. Orie, B.C. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
00566/01U
- Conclusie
A-G Keijzer
- LJN
AB2882
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB2882, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB2882, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑11‑2001
- Wetingang
Essentie
Uitlevering. Het verweer dat de verstrekking van inbeslaggenomen documenten aan de verzoekende staat voordat de rechter deze heeft gelast, leidt tot onbruikbaarheid van bewijsmateriaal en daarmee tot ongenoegzaamheid van de stukken, is terecht verworpen nu niet is aangevoerd dat de opgeëiste persoon daardoor is blootgesteld aan zo'n flagrante inbreuk op art. 6 EVRM dat dit aan uitlevering in de weg staat, terwijl voorts niet is aangevoerd dat aan een bevel door de rechtbank tot afgifte van de stukken aan de verzoekende staat in de weg zou kunnen staan.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.