NJ 2002, 151
Undue delay in ontnemingszaak.
HR 06-11-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD8355
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 2001
- Magistraten
Davids, Orie, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
03246/00P
- Conclusie
A‑G Jörg
- LJN
AD8355
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AD8355, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AD8355, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑2001
- Wetingang
Sr art. 36e; Sv art. 359a; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Overschrijding redelijke termijn in ontnemingszaak. Voor een niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de ontnemingsvordering wegens overschrijding van die termijn is slechts in uitzondelijke gevallen plaats. Uit 's Hofs vaststellingen volgt dat zich hier een zodanig geval niet voordoet. Tardief beroep in cassatie op strafvermindering wegens undue delay.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 13 juni 2000, nummer 20/002360–98 OWV, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: E. T., adv. mr. G.J.P.M. Mooren te Oisterwijk.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.