NJ 2002, 231
Hoge Raad wijst herstelarrest.
HR 30-10-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD4903, m.nt. J. de Hullu
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 oktober 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
01410/00II
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
J. de Hullu
- LJN
AD4903
- JCDI
JCDI:ADS159912:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AD4903, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AD4903, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑10‑2001
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; Sv art. 437; Sv art. 438; Sv art. 440
Essentie
Door administratieve vergissing is een tijdig ingezonden schriftuur niet opgemerkt. Als gevolg daarvan heeft de Hoge Raad het beroep peeksgewijs verworpen. Daardoor heeft de verdachte in de cassatieprocedure niet een eerlijke behandeling van zijn zaak gehad, als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM. De Hoge Raad is van oordeel dat hij, gelet op de ernst van de juridische gevolgen van deze administratieve tekortkoming en op de omstandigheid dat de Hoge Raad in laatste instantie uitspraak doet, zijn eerder gedane uitspraak dient aan te vullen met een beoordeling van de voorgestelde middelen en dat hij die uitspraak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.