NJ 2001, 534
Onterecht meegewogen omstandigheid in straftoemeting?
HR 03-07-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD4269
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juli 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
02252/00A
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AD4269
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AD4269, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑07‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AD4269, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑07‑2001
- Wetingang
Sv art. 359 lid 6; Sv (Ned. Antillen) art. 412; EVRM art. 6 lid 2
Essentie
De strafoplegging is ontoereikend gemotiveerd nu het Hof daarbij rekening heeft gehouden met — niet tenlastegelegde en niet ter zitting behandelde — ernstige bedreigingen door verdachte, terwijl het Hof in het midden heeft gelaten of het hier om strafbare bedreigingen gaat en evenmin blijkt dat aan de in art. 412 Sv NA gestelde voorwaarden voor voeging ad informandum is voldaan.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 22 december 1999, parketnummer 900/072–98, in de strafzaak tegen: D.M. G., adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.