NJ 2001, 574
Maatstaf voor oordeel of pand woning is. Geen bewijsuitsluiting bij goede trouw verbalisanten.
HR 19-06-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2202, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 juni 2001
- Magistraten
Bleichrodt, Koster, Corstens, Van Dorst, Numann
- Zaaknummer
02442/00
- Conclusie
A-G Jörg
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
AB2202
- JCDI
JCDI:ADS116937:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Politierecht / Bevoegdheden
Strafprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB2202, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB2202, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑06‑2001
- Wetingang
Essentie
Binnentreden in een pand zonder schriftelijke machtiging. Het Hof heeft een onjuiste maatstaf aangelegd door voor het oordeel of sprake is van een woning, beslissend te achten of de verbalisanten ervan mochten uitgaan dat het pand niet werd bewoond. De rechter dient dit oordeel te baseren op hetgeen hij vaststelt omtrent het pand ten tijde van het binnentreden. Bij schending van voor het binnentreden gestelde voorschriften, is voor bewijsuitsluiting geen plaats als verbalisanten redelijkerwijs mochten aannemen dat van een woning geen sprake was.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.