JOL 2001, 347
Uitlevering. Geen veroordeling bij verstek. Procedure voor Turkse Hoge Raad betreft niet de gegrondheid van de strafvervolging. Geen schending redelijke termijn. Internationaal Strafrecht
HR 22-05-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1762
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, A.M.M. Orie, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
03519/00U
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AB1762
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB1762, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB1762, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑2001
Essentie
Uitlevering. Geen veroordeling bij verstek. Procedure voor Turkse Hoge Raad betreft niet de gegrondheid van de strafvervolging. Geen schending redelijke termijn. Internationaal Strafrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Roermond van 28 juni 2000, parketnummer 04/640016–98, op een verzoek van Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Turkije tot uitlevering van:
(de opgeëiste persoon), te (woonplaats).
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
De Rechtbank heeft de uitlevering van (de opgeëiste persoon) aan Turkije tot verdere tenuitvoerlegging van de hem opgelegde vrijheidsstraf toelaatbaar verklaard.