JOL 2001, 351
Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase bij betekening verstekmededeling zodanig dat HR de OvJ niet-ontvankelijk verklaart in zijn vervolging. Strafprocesrecht en mensenrechten.
HR 22-05-2001, ECLI:NL:HR:2001:ZD2667
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
02854/00
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD2667
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:ZD2667, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2001
ECLI:NL:HR:2001:ZD2667, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑2001
Essentie
Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase bij betekening verstekmededeling zodanig dat HR de OvJ niet-ontvankelijk verklaart in zijn vervolging. Strafprocesrecht en mensenrechten.
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 4 april 1995, parketnummer(s) 21/001711–94, alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen: (verdachte), te (woonplaats).
Hoge Raad:
1. De bestreden einduitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Arnhem van 19 mei ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.