HR NJ 1994,263.
HR, 15-05-2001, nr. 00317/00B
ECLI:NL:HR:2001:AB1599
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15-05-2001
- Zaaknummer
00317/00B
- Conclusie
Mr Machielse
- LJN
AB1599
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2001:AB1599, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2001
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2001:AB1599
ECLI:NL:HR:2001:AB1599, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑05‑2001; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2001:AB1599
- Wetingang
- Vindplaatsen
Conclusie 15‑05‑2001
Mr Machielse
Partij(en)
Nr. 00317/00/B
Mr Machielse
Conclusie inzake:
[Verzoeker=klager]
Edelhoogachtbaar College,
1.
Op 19 januari 2000 heeft de rechtbank te Almelo het klaagschrift van verzoeker strekkende tot teruggave aan hem, verzoeker, van dat geldbedrag ongegrond verklaard.
2.
Mr. H.M. Jongebreur, advocaat te Almelo, heeft cassatie ingesteld. Middelen van cassatie zijn niet voorgesteld.
3.
De rechtbank heeft haar beslissing als volgt gemotiveerd:
Bij het onderzoek in raadkamer en uit de overgelegde stukken is gebleken dat er een bedrag van f. 1 10.000,-- in beslag is genomen bij bovengenoemde [betrokkene A] omdat dit bedrag afkomstig zou zijn uit de drugshandel.
Klager stelt dat van dat bedrag f. 30.000,-- van hem afkomstig is. Hij stelt dit bedrag aan [betrokkene A] te hebben geleend ten behoeve van de autohandel.
De officier heeft ter zitting verzocht het verzoek van klager af te wijzen.
De bovengenoemde f. 110.000,-- is bij vonnis van de rechtbank te Almelo d.d. 16 november 1999 verbeurd verklaard. Dit vonnis is per 1 december 1999 onherroepelijk geworden. Teruggave van het door klager verzochte bedrag is dus niet meer mogelijk.
De rechtbank zal het verzoek daarom afwijzen.
4.
Ambtshalve vraag ik de aandacht voor het volgende. Het feit dat een voorwerp dat is inbeslaggenomen inmiddels onherroepelijk door de rechtbank in de strafzaak van een ander dan klager is verbeurdverklaard staat er niet aan in de weg dat een belanghebbende binnen drie maanden nadat die beslissing uitvoerbaar is geworden zich op de voet van art.552b Sv kan beklagen bij het gerecht dat die beslissing heeft genomen. Dat kan dan immers volgens het vierde lid van art. 552b Sv die verbeurdverklaring herroepen.
In deze zaak is de verbeurdverklaring op 1 december 1999 onherroepelijk geworden. Het klaagschrift is op 23 december 1999 ter griffie van de rechtbank ontvangen. Weliswaar haalt de steller van het klaagschrift art. 552a Sv aan, maar dat is een kennelijke vergissing.1. De rechtbank had het klaagschrift dienen op te vatten als te zijn gericht tegen de verbeurdverklaring. Uit de wettelijke regeling in art. 552b Sv blijkt dat teruggave wel degelijk mogelijk is na een onherroepelijke verbeurdverklaring.
Daarom is de beslissing van de rechtbank naar mijn oordeel ontoereikend gemotiveerd.
5.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugwijzing van de zaak naar de rechtbank,
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 15‑05‑2001
Uitspraak 15‑05‑2001
Inhoudsindicatie
-
Partij(en)
15 mei 2001
Strafkamer
nr. 00317/00 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Almelo van 19 januari 2000, parketnummer 08/004410-99, op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[klager], geboren op [geboortedatum] 1966, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden beschikking
De Rechtbank heeft ongegrond verklaard het door klager ingediende beklag strekkende tot teruggave aan hem van het in bovenvermelde beschikking omschreven geldbedrag.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door klager. Middelen van cassatie zijn door of namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden beschikking zal vernietigen en de zaak zal terugwijzen naar de Rechtbank.
3. Ambtshalve beoordeling van de bestreden beschikking
3.1.
De bestreden beschikking houdt, voorzover hier van belang, het volgende in:
“Gezien het op 17 december 1999 ter griffie dezer rechtbank ingekomen klaagschrift (...) houdende beklag over inbeslagneming (en het verzoek tot teruggave aan [klager] voornoemd) van een bedrag van f. 30.000,--;
Gezien het door de officier van justitie in dit arrondissement overgelegde strafdossier, parketnummer 4410.99, ten name van [betrokkene A], betrekking hebbend op het feit naar aanleiding waarvan voormelde inbeslagneming is geschied;
(...)
Bij het onderzoek in raadkamer en uit de overgelegde stukken is gebleken dat er een bedrag van f. 110.000,-- in beslag is genomen bij bovengenoemde [betrokkene A] omdat dit bedrag afkomstig zou zijn uit drugshandel. Klager stelt dat van dat bedrag f. 30.000,-- van hem afkomstig is. Hij stelt dit bedrag aan [betrokkene A] te hebben geleend ten behoeve van de autohandel.
(...)
De bovengenoemde f. 110.000,-- is bij vonnis van de rechtbank te Almelo d.d. 16 november 1999 verbeurd verklaard. Dit vonnis is per 1 december 1999 onherroepelijk geworden. Teruggave van het door klager verzochte bedrag is dus niet meer mogelijk.
De rechtbank zal het verzoek daarom afwijzen.
Gelet op artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering.
(...)
Verklaart voormeld beklag ongegrond”.
3.2.
Het in de bestreden beschikking bedoelde klaagschrift houdt, voorzover hier van belang, het volgende in:
"KLAAGSCHRIFT EX ARTIKEL 552A SV
Namens mijn cliënt, [klager] verzoek ik u aan hem terug te geven fl. 30.000,= welke fl. 30.000,= in beslaggenomen zijn bij [betrokkene A].
Bij [betrokkene A] is ongeveer fl. 110.000,= in beslaggenomen en inmiddels verbeurd verklaard.
Van cliënt heeft deze [betrokkene A] fl. 30.000,= geleend ten behoeve van de autohandel.
Voor deze fl. 30.000,= heeft cliënt een langlopende lening gesloten bij de SVB-bank, waarvan een copie wordt overgelegd en naar de inhoud waarvan gemakshalve wordt verwezen."
3.3.
De inhoud van dit klaagschrift laat geen andere uitleg toe dan dat klager zich op de voet van art. 552b Sv heeft willen beklagen over de verbeurdverklaring van het in het klaagschrift bedoelde bedrag van fl. 30.000,--. Daaraan doet de vermelding van art. 552a Sv in de aanhef van het klaagschrift niet af.
3.4.
Hieruit volgt dat de Rechtbank het klaagschrift ten onrechte heeft opgevat als een klaagschrift in de zin van art. 552a Sv en dienovereenkomstig heeft beslist.
4. Slotsom
Uit het vorenoverwogene vloeit voort dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
Vernietigt de bestreden beschikking;
Wijst de zaak terug naar de Rechtbank te Almelo opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.J.M. Davids voorzitter, en de raadsheren G.J.M. Corstens en A.J.A. van Dorst, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 mei 2001.