JOL 2001, 249
Dagvaarding van verdachte van wie geen woon- of verblijfpaats bekend is op een termijn van minder dan tien dagen. Hof had moeten schorsen. Dit verzuim leidt tot nietigheid van het onderzoek. Strafprocesrecht
HR 10-04-2001, ECLI:NL:HR:2001:ZD2604
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 april 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
02556/00E
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
ZD2604
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:ZD2604, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑04‑2001
ECLI:NL:HR:2001:ZD2604, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑04‑2001
Essentie
Dagvaarding van verdachte van wie geen woon- of verblijfpaats bekend is op een termijn van minder dan tien dagen. Hof had moeten schorsen. Dit verzuim leidt tot nietigheid van het onderzoek. Strafprocesrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, Economische Kamer, van 2 december 1998, nummer 23/002048–98, in de strafzaak tegen: (verdachte), te (woonplaats)
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Utrecht van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.