NJ 2001, 381
Genoegzaamheid stukken; dubbele strafbaarheid; fiscale exceptie.
HR 27-03-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0840
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 maart 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, A.M.M. Orie, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
03576/00U
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AB0840
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB0840, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB0840, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑03‑2001
- Wetingang
UW art. 5; UW art. 11 lid 4; UW art. 18 lid 3 onder c; EUV art. 2 lid 1; EUV art. 5; EUV art. 12 lid 2 onder c
Essentie
Vervolgingsuitlevering naar Zweden.
1. Nu a) amfetamine en metamfetamine voorkomen op Lijst 2 bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen, welk verdrag partijen, waaronder Zweden, verplicht tot strafbaarstelling van die stoffen en b) de Zweedse rechtbank de bewaring van de opgeëiste persoon heeft bevolen wegens gedragingen met betrekking tot (met)amfetamine, hoeft het verzuim om de Zweedse lijst van verdovende middelen over te leggen niet te leiden tot ontoelaatbaarverklaring van de uitlevering.
2. De rechtbank kon het in de Zweedse douanewetgeving vervatte verbod op de invoer van verdovende middelen zonder de autoriteiten in te lichten, uitleggen als een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.