NJ 2001, 439
Schending auteursrecht? Buitengewoon opsporingsambtenaar.
HR 27-03-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0742
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 maart 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.P. Balkema
- Zaaknummer
01268/99
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
AB0742
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB0742, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB0742, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑03‑2001
- Wetingang
Aw 1912 art. 31a; Sv art. 142 lid 1; Sv art. 344 lid 1 onder 2°; Besl. buitengewoon opsporingsambtenaar art. 27
Essentie
1. Schending auteursrecht? De vraag of door de rechthebbende toestemming is verleend tot verveelvuldiging is niet van belang als in het land waar het werk is verveelvoudigd dit werk niet (meer) auteursrechtelijk beschermd is, aangezien dan geen sprake is van voorwerpen waarin ‘met inbreuk op eens anders auteursrecht een werk is vervat’ cfm. art. 31a Auteurswet 1912.
2. Ook als een proces-verbaal van een bijzonder opsporingsambtenaar niet zijn standplaats en nummer van de akte van beëindiging vermeld, blijft het een proces-verbaal cfm. art. 344, eerste lid, onder 2° Sv.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.