JOL 2001, 32
Op zich voor praktiserende homoseksuelen kwetsende vergelijking met diefstal en mishandeling mist in casu beledigend karakter nu die verwijzing diende ter aanduiding van de aan de bijbelse opvatting van verdachte ontleende mening dat een homoseksuele levenswijze als een kwaad moet worden aangemerkt. Strafrecht
HR 09-01-2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9367
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 januari 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids als voorzitter, G.J.M. Corstens, A.M.M. Orie, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.P. Balkema
- Zaaknummer
00946/99
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AA9367
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AA9367, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑01‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AA9367, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑01‑2001
Essentie
Op zich voor praktiserende homoseksuelen kwetsende vergelijking met diefstal en mishandeling mist in casu beledigend karakter nu die verwijzing diende ter aanduiding van de aan de bijbelse opvatting van verdachte ontleende mening dat een homoseksuele levenswijze als een kwaad moet worden aangemerkt. Strafrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 9 juni 1999 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen:
(verdachte), te (woonplaats).
Hoge Raad:
1. De bestreden einduitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.