NJ 2001, 206
OvJ als getuige; geen nadere vragen en geen inzage journaals CID-runners.
HR 05-12-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8830
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 december 2000
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, G.J.M. Corstens, A.M.M. Orie, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
01711/00
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
AA8830
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA8830, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA8830, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑12‑2000
- Wetingang
Sv art. 293 lid 1; Sv art. 315; Sv art. 328
Essentie
1. OvJ ter terechtzitting in hoger beroep als getuige gehoord, legde, anders dan Hof oordeelde, ook aanvullende verklaring als getuige af.
2. Verzoek om nadere vragen te kunnen stellen en verzoek om inzage in journaals CID-runners voldoende gemotiveerd afgewezen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 februari 2000, parketnummer 23/000780–99, alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen R.H.M. L., adv. mr. M. Moszkowicz, te Maastricht.
Hof:
Afwijzing verzoek nadere vragen om getuige (OvJ) te mogen stellen
Wat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.