NJ 2001, 11
(Putatief) noodweer(exces); culpa in causa.
HR 31-10-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7960, m.nt. J. de Hullu
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 oktober 2000
- Magistraten
W.J.M. Davids, F.H. Koster, G.J.M. Corstens, A.M.M. Orie, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
01997/99
- Conclusie
A-G Fokkens
- Noot
J. de Hullu
- LJN
AA7960
- JCDI
JCDI:ADS159953:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA7960, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑10‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA7960, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑10‑2000
- Wetingang
Sr art. 41 lid 1; Sr art. 41 lid 2
Essentie
Toereikende verwerping van het beroep op (putatief) noodweer(exces) met overweging dat er geen noodweersituatie was en dat verdachte zulks ook niet kon menen nu sprake was van culpa in causa. Conclusie A-G Fokkens: ontkennen opzet sluit, anders dan hof heeft overwogen, beroep op noodweer(exces) niet uit.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 23 juli 1999 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen N. A., ten tijde van het instellen van beroep in cassatie verblijvende in de Penitentiaire Inrichting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.