NJ 2000, 693
Op verzoek strafvermindering wegens vormverzuim moet gemotiveerd worden beslist.
HR 11-07-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6460, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 juli 2000
- Magistraten
Bleichrodt, Koster, Corstens, Van Buchem-Spapens, Van Dorst
- Zaaknummer
00796/99A
- Conclusie
A-G Jörg
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
AA6460
- JCDI
JCDI:ADS159869:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA6460, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA6460, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑07‑2000
- Wetingang
Sv (Ned. Antillen) art. 95 lid 5; Sv (Ned. Antillen) art. 178; Sv (Ned. Antillen) art. 413 lid 5; Sv art. 65 lid 1; Sv art. 89; Sv art. 359a
Essentie
Antilliaanse zaak. De schadevergoedingsregeling wegens toepassing van dwangmiddelen strekt er niet toe de mogelijkheid uit te sluiten dat aan een onrechtmatige toepassing van dwangmiddelen onder omstandigheden een van de in art. 413 vijfde lid SvNA (vergelijkbaar met art. 359a Sv) genoemde gevolgen wordt verbonden. Het Hof had moeten responderen op het verweer dat het niet in de gelegenheid stellen van de verdachte om op de vordering gevangenhouding te worden gehoord moest leiden tot strafvermindering.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.