NJ 2000, 558
Geen vermindering duur tbs i.v.m. schending redelijke termijn.
HR 04-07-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6376
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 juli 2000
- Magistraten
Davids, Corstens, Van Dorst
- Zaaknummer
01829/99
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AA6376
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA6376, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA6376, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑07‑2000
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; Sr art. 37a; Sr art. 37b
Essentie
Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase. De maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging leent zich naar zijn aard niet voor vermindering, omdat de duur daarvan niet vooraf is bepaald. Het belang van de beveiliging van de maatschappij moet prevaleren, waardoor in dit uitzonderlijk geval moet worden volstaan met de enkele vaststelling dat de redelijke termijn is overschreden.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 20 november 1998 in de strafzaak tegen H.H.P., adv. mr. M. Flipse te Zaandam.
Hof:
Uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.