NJ 2000, 521
Onrechtmatige verhoormethode en ontvankelijkheid OM.
HR 09-05-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5732, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 mei 2000
- Magistraten
W.J.M. Davids, H.A.M. Aaftink, A.M.M. Orie, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
113076
- Conclusie
A-G Jörg
- Noot
Y. Buruma
- LJN
AA5732
- JCDI
JCDI:ADS145636:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA5732, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑05‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA5732, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑05‑2000
- Wetingang
Sv art. 29 lid 1; Sv art. 348; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Deels onrechtmatige verhoormethodes, om welke reden het hof de straf met zes maanden heeft verminderd. Geen onjuiste rechtsopvatting dat de gang van zaken bij de verhoren in casu niet leidt tot niet-ontvankelijkheid OM. Oordeel dat a) het maken van schietbewegingen bij verdachtes hoofd en b) de uitlating ‘wij gaan knippen en plakken’ en ‘de rechtbank neemt voor waar aan wat tegen hou pleit’ niet onrechtmatig is, is onjuist.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 6 maart 1998 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.