NJ 2000, 109
Tenlastelegging moord impliceert doodslag.
HR 19-10-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1600, m.nt. J. de Hullu (Moord en doodslag)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 oktober 1999
- Magistraten
Haak, Koster, Orie, Van Buchem-Spapens, Balkema
- Zaaknummer
111545
- Conclusie
wnd. A-G Keijzer
- Noot
J. de Hullu
- LJN
ZD1600
- Roepnaam
Moord en doodslag
- JCDI
JCDI:ADS73982:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1600, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑10‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1600, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑1999
- Wetingang
Sr art. 287; Sr art. 289; Sv art. 261 lid 1; Sv art. 430
Essentie
Ingevolge de delictsomschrijving is moord doodslag gepleegd met voorbedachten rade. Door vanwege het niet bewezen zijn van de voorbedachten rade van de hele tenlastelegging (moord) vrij te spreken, hoewel daarin de bestanddelen van doodslag nog zijn overgebleven, heeft het hof de grondslag van de tenlastelegging verlaten.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 21 juli 1998 in de strafzaak tegen B.E.R.M., te Amsterdam, ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Haarlem' te Haarlem, adv. mr. G. Spong te 's-Gravenhage.
Hof:
Tenlastelegging
Tenlastegelegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.