NJ 1999, 416
Tegen vervreemding ex 117 Sv geen beklag mogelijk
HR 02-03-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AB7949
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 maart 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Corstens, Orie, Balkema
- Zaaknummer
3866
- Conclusie
A-G Van Dorst
- LJN
AB7949
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AB7949, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑03‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AB7949, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑03‑1999
- Wetingang
Sv art. 117 lid 2; Sv art. 552a
Essentie
Onder ‘gebruik’ cfm. art. 552a eerste lid Sv is geen ‘vervreemding’ ex art. 117 Sv begrepen: geen beklag (meer) mogelijk tegen een OvJ-machtiging tot vervreemding van de inbeslaggenomen goederen.
Voorgaande uitspraak
Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Zwolle van 20 mei 1998 op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door T.G.H.S., te Amsterdam, ten tijde van de bestreden beschikking verblijvende in de Penitentiaire Inrichting 'Zwolle' te Zwolle, adv. mr. P.A.M. Hoek te Amsterdam.