NJ 1998, 423
Flessentrekkerij / geen onjuiste rechtsopvatting inz. ‘gewoonte’ cfm. 326a Sr / in casu geen keuze nodig tussen ‘beroep of gewoonte’ / toereikend bewijs maken van ‘een beroep of een gewoonte’
HR 06-01-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD0898
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 januari 1998
- Magistraten
Hermans, Corstens, Aaftink
- Zaaknummer
106722
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD0898
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD0898, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑01‑1998
- Wetingang
Sr art. 326a; Sv art. 261; Sv art. 350; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
Flessentrekkerij. 1. Geen onjuiste rechtsopvatting inzake ‘gewoonte’ cfm. art. 326a Sr. 2. In casu geen keuze nodig tussen ‘beroep of gewoonte’. 3. Toereikend bewijs van het maken van ‘een beroep of een gewoonte’.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 2 november 1995 in de strafzaak tegen R.P.B., ten tijde van het instellen van het cassatieberoep verblijvende in het Huis van Bewaring 'Zwaag' te Zwaag, adv. mr. D.R. Doorenbos te 's-Gravenhage.
Hof:
Bewezenverklaring
Bewezenverklaard dat hij op 31 december 1992 en 12 januari ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.