NJ 1998, 226
Economisch delict / door verdachte zelf naast door raadsman ingediende middelen komen ingevolge 56 WED niet voor bespreking in aanmerking / geen onderzoek cfm. 5 lid 1 sub 2° Sr / toch geen cassatie nu van algemene bekendheid is dat op belastingontduiking en misdrijf van 225 lid 2 Sr naar Duits recht straf is gesteld
HR 18-11-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0859, m.nt. J. de Hullu
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 november 1997
- Magistraten
Hermans, Davids, Bleichrodt, Schipper, Corstens
- Zaaknummer
106054E
- Conclusie
wnd. A-G Keijzer
- Noot
J. de Hullu
- LJN
ZD0859
- JCDI
JCDI:ADS145604:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0859, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑11‑1997
- Wetingang
Sr art. 5 lid 1 onder 2°; Sr art. 225 lid 2; Sv art. 339 lid 2; Sv art. 433 lid 2; RO art. 99 lid 1 onder 1°; WED art. 56
Essentie
1. Economisch delict. De door verdachte zelf naast de door de raadsman ingediende middelen komen ingevolge art. 56 WED niet voor bespreking in aanmerking.
2. Geen onderzoek cfm. art. 5 lid 1 sub 2° Sr. Toch geen cassatie nu van algemene bekendheid is dat op belastingontduiking en misdrijf van art. 225 lid 2 Sr naar Duits recht straf is gesteld.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, Economische Kamer, van 9 oktober 1996 in de strafzaak tegen M.C.B., ten tijde van de bestreden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.