NJ 1997, 155
Bis in idem bij uitlevering naar Griekenland
HR 19-11-1996, ECLI:NL:HR:1996:ZD0577
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 november 1996
- Magistraten
Hermans, Keijzer, Bleichrodt, Corstens, Aaftink
- Zaaknummer
103623U-II
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD0577
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:ZD0577, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑11‑1996
- Wetingang
Sr art. 68; EUV art. 9; UW art. 9 lid 1 onder d
Essentie
Hoge Raad als feitenrechter: Vervolgingsuitlevering naar Griekenland. De in het uitleveringsverzoek genoemde feiten en het feit waarvoor de opgeëiste persoon in Nederland onherroepelijk is berecht staan in zo'n nauw verband dat er sprake is van bis in idem.
Uitspraak
Arrest inzake een verzoek van de Republiek Griekenland tot uitlevering van G.P., geboren in het jaar 1956 te Athene (Griekenland), thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Heerhugowaard, adv. mr. G. Spong te 's‑Gravenhage.
Hoge Raad:
1. De procesgang
1.1
De Hoge Raad verwijst naar zijn arrest van 10 september 1996 bij welk arrest is vernietigd een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.